Woordenlijst thermografie

Woordenlijst thermografieWoordenlijst thermografie

Thermografie is een snelle, kostenbesparende, non-destructieve onderzoeksmethode. De bekendheid van thermografie neemt steeds verder toe. Desondanks is er nog veel onbekend over thermografie. In een poging deze onbekendheid weg te nemen hebben wij een groot aantal begrippen over thermografie verzameld en op deze pagina een verklarende woordenlijst geplaatst.

Verklarende woordenlijst thermografie

Absoluut nulpunt
Het absolute nulpunt ligt bij 0 graden Kelvin (-273,15 °C). Onder het absolute nulpunt zenden objecten geen thermische energie uit.
 
Absorptie
Wanneer elektromagnetische infrarood straling een object raakt, absorbeert dit object een deel van deze energie. Absorptie van infrarood straling zorgt ervoor dat het object opwarmt. Warme objecten geven meer infraroodstraling af dan koude objecten. De geabsorbeerde infraroodstraling wordt omgezet in uitgezonden infraroodstraling. De absorptiegraad komt overeen met de emissiviteitscoëfficiënt.

Beeldfrequentie
Geeft weer hoe vaak per seconde het thermische beeld ververst wordt in Hertz of per seconde. Een beeldfrequentie van 9 Hz betekent dat een warmtebeeldcamera het thermisch beeld 9 keer per seconde vernieuwd.

Celsius
Temperatuureenheid. Het nulpunt van de temperatuurschaal van Celcius ligt bij (0 °C), dit is de temperatuur waarbij water bevriest. Een ander vast punt in de schaal van Celsius is het kookpunt van water bij 100 °C. 0°C = (°F – 32) / 1,8 of °C = K – 273,15

Coldspot en Hotspot
Een Coldspot is het koudste punt van een thermisch beeld en het warmste punt is de Hotspot.

Condensatie
Overgang van een gasvormige stof naar een vloeistof. Luchtvochtigheid kan condenseren op een oppervlakte, wanneer de oppervlaktetemperatuur of ook de temperatuur van de omgevingslucht op het oppervlak lager is dan de luchttemperatuur in de omgeving, met andere woorden; wanneer de dauwpuntstemperatuur bereikt is.
 
Conductie
Warmtegeleiding. Overdracht van thermische energie tussen naburige deeltjes. De energie wordt hierbij steeds van de warme naar de koude deeltjes overgedragen. In tegenstelling tot convectie vindt bij conductie geen warmtetransport plaats.
 
Convectie
Warmtetransport waarbij de thermische energie van het ene lichaam, vloeistof of gas naar het ander lichaam, vloeistof of gas gaat.
 
Dauwpunt
De temperatuur, waarbij water condenseert. Bij het dauwpunt is de lucht meer dan 100 verzadigd. Wanneer de lucht geen waterdamp meer kan opnemen, vormt zich condensatie.
 
Detector
De detector ontvangt de infraroodstraling en zet deze om in een elektrisch signaal. De grootte van een detector wordt vermeld in pixels.
 
Emissiviteitscoëfficiënt
De emissiviteitscoëfficiënt geeft de mogelijkheid weer van een materiaal om infraroodstraling uit te zenden. De emissiviteitscoëfficiënt hangt af van eigenschappen van het oppervlak, het materiaal en, voor sommige materialen, van de temperatuur van het object.

Fahrenheit (°F)
Temperatuureenheid, die vooral in Noord-Amerika gebruikt wordt. °F = (°C x 1,8) + 32. Voorbeeld 20 °C in °F (20 °C x 1 ,8) + 32 = 68 °F.

FOV (Field Of View)
Het gezichtsveld van een warmtebeeldcamera. Dit wordt weergegeven als een hoek (bv. 32°) en beschrijft het gebied dat zichtbaar is voor een infraroodcamera. Het gezichtsveld is afhankelijk van de detector en de lens van de warmtebeeldcamera. Een groothoeklens heeft een groot gezichtsveld met dezelfde detector, een telelens heeft een klein gezichtsveld.

Gekleurde lichaamsstraler
Dit is een object met een emissiviteitscoëfficiënt kleiner dan één, die afhankelijk van temperatuur is. De meeste metalen zijn gekleurde lichaamsstralers. De emissiecoëfficiënt van bijvoorbeeld aluminium  verandert wanneer het verwarmd wordt (e = 0,02 bij 25 °C, e = 0,03 bij 100°C).

Grijze lichaamsstraler
Bijna alle objecten uit de natuur worden omschreven als grijze lichaamsstralers of reële stralers. In tegenstelling met zwarte lichaamsstralers, absorberen grijze lichaamsstralers nooit 100% infraroodstraling. Bij grijze lichaamsstralers wordt steeds een deel van de straling van het oppervlak gereflecteerd en soms ook door- gelaten (transmissie). Hierdoor is de emissiviteitscoëfficiënt van een grijze straler altijd kleiner dan één.

IFOVgeo (kleinst detecteerbaar object)
Geometrische resolutie. Geeft de mogelijkheid van de detector weer om, samen met de lens, details weer te geven. De geometrische resolutie beschrijft het kleinst object, dat, afhankelijk van de meetafstand, gedetecteerd kan worden. Op het warmtebeeld komt de grootte van een object overeen met één pixel.
 
IFOVmeas (kleinst meetbare object)
Het kleinste object waarvan de temperatuur nauwkeurig kan gemeten worden door de warmtebeeldcamera. Het is 2-3 maal groter dan het kleinst detecteerbaar object. Vuistregel: IFOVmeas = 3 x I FOVgeo. 
 
Infraroodstraling
Infraroodstraling is elektromagnetische warmtestraling. Ieder object met een temperatuur boven het absolute nulpunt (0 Kelvin = -273,15 °C) geeft infrarood warmtestraling af. 
 
Isothermen
Lijnen van gelijke temperatuur. In een warmtebeeld kunnen isothermen weergegeven worden. Alle punten in een thermisch beeld die binnen een bepaald bereik liggen, met worden in dat geval met een bepaalde kleur aangegeven.

Kalibratie
Procedure waarbij de waarden van een warmtebeeldcamera en de waarden van een referentie instrument bepaald en vergeleken worden. Aan de hand hiervan kan worden geëvalueerd of de meetwaarden van de camera binnen het toelaatbare tolerantiebereik liggen.
 
Kelvin (K)
Temperatuureenheid. o K komt overeen met het absolute nulpunt (-273,15 °C), Daarom geldt: 273,15 K = 0 °C = 32 °F. K = °C + 273,15. Voorbeeld 20 °C in K: 20 °C + 273,15 = 293, 15 K.

Kleurenpalet
Selectie van kleuren die kan worden gekozen voor de weergave van een thermisch beeld (bijv. kleurenpalet regenboog-, ijzer-, grijs- waarden). 

Lambert straler
Een Lambert straler is een object dat invallende straling ideaal verspreidt. Het reflecteert even sterk in alle richtingen. Met een Lambert straler kan je met de warmtebeeldcamera de reflectie temperatuur meten.
 
Lens
De grootte van het gezichtsveld van de warmtebeeldcamera en de grootte van de meetvlek zijn afhankelijk van de infrarood lens die wordt gebruikt. Een groothoeklens is geschikt voor een overzicht  van de temperatuursverdeling van een groot oppervlak. Een telelens wordt gebruikt om kleine details nauwkeurig te meten, zelfs op grote afstand.

NETD (Thermische gevoeligheid)
Het kleinst mogelijke temperatuursverschil die door de warmtebeeldcamera gemeten kan worden.
Hoe kleiner de waarde, hoe beter de meetresolutie van de warmtebeeldcamera.

Reëel lichaam, zie grijze lichaamsstraler.

Reflectiegraad (p)
De mogelijkheid van een materiaal om infraroodstraling te reflecteren. De reflectiegraad hangt af van de eigenschappen van het oppervlak, de temperatuur en het type materiaal.
 
Relatieve luchtvochtigheid (RV)
Procentuele weergave, hoeveel waterdamp aanwezig is in de lucht. Bv. bij 33RV bevat de lucht ca. 1/3 van het maximum volume van waterdamp dat de lucht kan absorberen, bij dezelfde temperatuur en luchtdruk. Bij een luchtvochtigheid van meer dan 100 vormt zich condensatie omdat de lucht volledig verzadigd is en geen vocht meer kan opnemen. De gasvormige waterdamp in de lucht wordt hierdoor vloeibaar. Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp de lucht kan absorberen zonder condensatie. Condensatie komt daarom altijd eerst voor bij koude oppervlakken.

RTC (gecompenseerde reflectietemperatuur)
Bij een reël lichaam wordt een deel van de warmtestraling gereflecteerd. Men moet bij de meting van objecten met een lage emissiviteit rekening houden met de reflectietemperatuur. Met behulp van een correctiefactor in de camera wordt de reflectie berekend en hierdoor wordt de nauwkeurigheid van de temperatuurmeting verbeterd. In de meeste gevallen komt de reflectietemperatuur overeen met de omgevingstemperatuur. Wanneer de infraroodstraling van storingselementen op het meetoppervlak gereflecteerd wordt, moet men de temperatuur van de gereflecteerde straling bepalen. De reflectietemperatuur heeft weinig invloed op objecten met zeer hoge emissiecoëfficiënten .

Temperatuur
Variabele voor de energie eigen aan een lichaam.

Thermisch beeld
Beeld, dat de temperatuursverdeling van een oppervlak van een object via verschillende kleuren voor verschillende temperatuurswaarden weergeeft. Een thermisch beeld wordt gemaakt met een warmtebeeldcamera.
 
Thermografie
Meettechnologie dat warmtestraling m.a.w. de temperatuurverdeling van het oppervlak van objecten d.m.v. de warmtebeeldcamera weergegeven wordt.
 
Thermogram, zie thermisch beeld.
 
Transmissiegraad (T)
Het vermogen van een materiaal om infraroodstralen door te laten, Deze is afhankelijk van de sterkte en het soort materiaal. De meeste materialen zijn in het infraroodbereik niet doorlaatbaar.

warmtebeeldcamera
Een camera die infraroodstraling meet en deze straling omzet in een thermisch beeld. Met behulp van een warmtebeeldcamera kan de temperatuursverdeling van oppervlakken worden weergegeven, die voor het menselijk oog niet zichtbaar is. Gebouwthermografie, energie inspecties, industriële thermografie zijn een aantal toepassingen.

Zwarte lichaamsstraler
Een object, dat alle energie van de infraroodstraling absorbeert, omzet in eigen infraroodstraling en 100 afgeeft, Bij zwarte stralers is de emissiecoëfficiënt 1 . Er is geen reflectie of transmissie van de straling. In de praktijk komen deze objecten met dergelijke eigenschappen niet voor.